Diesterweg's Hulpkas vzw
1894 - 1918
De pioniers, de "onderwijzers uit den heelen"
Eind vorige eeuw
verleenden verschillende liefdadige kringen hulp aan arme kinderen.
Te Antwerpen
bestonden zo in 1893 al het "Algemeen Kledingwerk" en het "Werk
der Sigaarpunten".
In februari 1894 richtte de "Beroepsvereniging Diesterweg" met steun
van Schepen Victor Desguin een afdeling op voor het bedelen van eetmalen aan
behoeftige kinderen van de Antwerpse stadsscholen. Tijdens de winter van
1894-1895 werd gestart met het betalen van de kosten voor de schoolsoep voor
405 leerlingen in de "Kindertuinen". Vanaf 1898 werd de werking
uitgebreid tot de lagere scholen.
Reeds in 1894 werd
het uitzenden van zwakke kinderen tijdens de zomervakantie in overweging
genomen.
In augustus en september 1895 namen 43 meisjes en 29 jongens (in aparte
groepen!) hun intrek in Kasteel Hickendorf te Westmalle, 48 jongens trokken
naar Hamois, 27 jongens en 27 meisjes gingen naar Uitkerke aan zee en 26
meisjes naar Hastière, dit alles voor de toen enorme som van 6465 BEF.
Maar de
verwezenlijking van een "bestendige schoolkolonie" was het na te
streven doel!
Via "albumdoosjes" in cafés, omhalingen op feesten, het inrichten van
"kunstavonden", een toelage van het stadsbestuur, van het Algemeen
Kledingwerk en van het "Bureel van Weldadigheid (OCMW)", concerten
van "Diesterweg's Zangafdeling" en de bijdragen van talrijke
verenigingen (waar we de Koninklijke Kring "De Mieren" zeker
bijzonder willen vermelden), werden de nodige fondsen ingezameld om in
september 1902 een grond van 2 ha 10 are te kunnen aankopen te Heide-Kalmthout.
Prijs: 2100 BEF.
Januari 1903 was
het voorlopige plan klaar, op 30 augustus 1903 werd de eerste steen gelegd, op
30 juni 1904 nam de eerste groep van 50 kinderen zijn intrek in de
"schoolvilla": de "Bestendige Schoolkolonie" en de eerste
openluchtschool ter wereld (!) was geopend, zes weken voor die van
Charlottenburg bij Berlijn, die slechts een dagschool was.
Bij het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog werd de "schoolvilla" gesloten, maar in
1916 heropend; de gemiddelde bevolking werd opgevoerd tot 150. In die periode
werden ook nog 2 oorlogskolonies geopend: "Vordenstein" en "De
Wijngaard" te Schoten.
In deze eerste periode kwamen de openbare besturen niet of in zeer geringe mate
tussen in de kosten voor al deze sociale voorzieningen: de toenmalige
liefdadige verenigingen waren volledig aangewezen op de vrijgevigheid van het
publiek...
Terug naar Historiek